Op vrijdag 20 januari 2023 presenteerde auteur Nizaar Makdoembaks zijn historische boek over de opkomst van de kantraki’s in Suriname: Lachmon en Hindostaanse Godfathers in Suriname. Dat deed hij niet alleen, de presentatie werd ingeleid door mevrouw Rita Tjien Fooh-Hardjomohamad, archivaris en directeur van het Nationaal Archief Suriname, de plaats waar de presentatie werd gehouden. Daarna kwam historicus Mildred Caprino aan het woord. Zij hield een voorbeschouwing bij de presentatie. Als derde en laatste besprak Makdoembaks zijn boek aan de hand van een uitgebreide powerpoint met onder meer afbeeldingen van de historische documenten die hij voor het boek gebruikte. Naderhand volgde nog een discussie met het publiek.
Van deze bijeenkomst werd verslag gedaan in de zondagse editie van het Surinaamse tv-programma In de branding op het televisiestation Apintie.
De geschiedenis van de kantraki’s – Indiase contractarbeiders en hun nazaten – in Suriname kenmerkt zich door een niet aflatende overlevingsstrijd. Binnengehaald voor werk dat voorheen slaafgemaakten verrichtten, vormden zij de geminachte onderkant van de maatschappij. Naarmate hun aantal toenam, groeide hun etnisch bewustzijn en besef van de eigen cultuur en gingen zij zich verenigen. Beetje bij beetje ontworstelden zij zich aan het juk van afhankelijkheid. Zo konden enkele kantraki’s uitgroeien tot grote Surinamers die aan het roer stonden van grote Hindostaanse organisaties in het hedendaagse Suriname.
Verrassend is dat één van de bepalende factoren daarbij de handel in ganja en opium was, waarmee kantraki’s behendig van het schemergebied tussen legale en illegale handel profiteerden.
Makdoembaks reconstrueert aan de hand van nieuw, veelal anekdotisch materiaal de levens van enkele kantraki’s en hun familie. Speciale aandacht krijgt advocaat Jagernath Lachmon, een politicus die groot werd op de schouders van de godfathers die hem voorgingen. Een man die soms laveerde tussen publieke functie en criminele contacten. Bovendien schetst de auteur de ontwikkeling van kantraki tot volwaardig burger van Suriname in een even ontroerend als waardig verslag van de levensloop van zijn eigen vader: van kippendief tot gevangenisbewaarder.
Dertig jaar geleden, op 4 oktober 1992, stortte een El Al-vrachtvliegtuig neer op twee flats in de Bijlmer. Deze ramp leidde tot diverse onderzoeken door een veelheid aan instanties. Tientallen vragen bleven echter onbeantwoord. Zo deed men nooit epidemiologisch onderzoek naar de medische gevolgen voor de bewoners. Waarom dat niet gebeurde, weet niemand.
Voormalig Bijlmer-huisarts Nizaar Makdoembaks doorbreekt die sluier van stilte en geheimhouding. In het boek Morbiditeit en mortaliteit in de Bijlmer na de vliegramp van 1992 maakt hij geanonimiseerde patiëntengegevens uit zijn praktijk openbaar. Hij onthult gezondheidsklachten die tot op heden onbekend bleven: van meer dan 300 mensen met onverklaarbare lichamelijke klachten en ziekten tot en met een verdrievoudiging van het aantal miskramen, gevallen van wiegendood en kinderen met aangeboren afwijkingen. Pregnant zijn ziektegevallen die extreem zeldzaam zijn: iemand met metatropische dysplasie, een erfelijke aandoening die wereldwijd in totaal slechts 50 keer is beschreven; iemand met het syndroom van Pearson, een afwijking die hooguit bij 60 mensen in de wereld is aangetoond.
Makdoembaks wil met deze onthullingen de weg vrijmaken voor een vergelijkend onderzoek naar de medische gevolgen van de vliegramp en de oorzakelijke verbanden tussen de ramp en de gezondheidsklachten. Temeer omdat alle gegevens gewoon beschikbaar zijn: in de archieven van huisartsen en ziekenhuizen. Welke onderzoeker neemt die uitdaging aan?
SEOC voorzitter Nizaar Makdoembaks publiceerde eerder meer dan vijftien studies over de geschiedenis van de voormalige Nederlandse koloniën. In 2021 publiceerde hij de studie Racisme in de Bijlmer (eveneens te vinden op de pagina publicaties downloaden).
Onderzoeker en publicist Nizaar Makdoembaks onthult in een nieuwe studie alle details rond een pijnlijke en mensonwaardige episode in de Nederlandse koloniale geschiedenis. In 1911 experimenteerde men in Suriname zonder enige inspraak of nazorg met twijfelachtige medicatie op contractarbeiders.
Artsen introduceerden aan het begin van de twintigste eeuw een nieuwe behandeling van syfilis: met salvarsan. Een succes met schaduwkanten: artsen rapporteerden vrij snel ernstige bijwerkingen van arsenicumvergiftiging, weefselversterf, zenuw- en nierschade plus epilepsie en sterfte. Waar westerse wetenschappers vervolgens aan de slag gingen met de ontwikkeling van een veiliger versie van dit middel (neosalvarsan, dat in 1912 op de markt kwam) gingen artsen in Suriname enthousiast aan de slag met de schadelijke eerste versie.
In Suriname kwam yaws veel voor. Yaws of framboesia tropica is een endemische huidziekte die in Suriname tussen 1880 en 1920 vooral voorkwam onder de uit Brits-Indië en Java voor plantagearbeid aangevoerde contractarbeiders. Ernstig is yaws niet: de symptomen verdwijnen vanzelf binnen enkele weken, ook zonder behandeling. De koloniale bewindvoerders dachten daar anders over: ieder gemiste werkdag van een contractarbeider kostte geld. Hun inzet was cruciaal voor de plantages in Suriname.
Men gaf opdracht tot enkele medische experimenten. In januari en maart 1911 kregen twintig patiënten met yaws in het Militair Hospitaal experimentele inspuitingen met salvarsan toegediend. Hierna spoten artsen in mei 1911 honderden machteloze, analfabete Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders met yaws in met dit achterhaalde medicijn. Met onnodige, ernstige en soms dodelijke gevolgen.
Dit alles gebeurde zonder betrouwbare informatie en inspraak, wat in flagrante tegenspraak is met destijds al gangbare medisch-ethische artsennormen. Nazorg voor de Surinaamse patiënten ontbrak ook geheel: niemand tekende derhalve informatie op over het effect en eventuele bijwerkingen op de lange termijn. Deze ronduit schandalige gang van zaken is een zoveelste bewijs van de pure minachting die men in de koloniën koesterde jegens contactarbeiders. De studie van Makdoembaks, een blijvende, zwerende voetnoot in de geschiedenis, is via deze website gratis te downloaden.
De publicatie bevat vele nieuwe feiten die de auteur in de archieven in Suriname en Nederland vond. Onder meer een brief van Doedel van na zijn opsluiting in de psychiatrische inrichting Wolffenbuttel. Daaruit blijkt niet alleen dat hij helder van geest was, maar ook dat hij van de autoriteiten buiten mocht komen: hij schreef en verzond de brief niet vanuit Wolffenbuttel! Desalniettemin werd hij daar meer dan 40 jaar vastgehouden.
Makdoembaks trekt stevige conclusies en doet zwaarwegende aanbevelingen aan zowel de Nederlandse als de Surinaamse regering. De eerste dient haar excuses aan te bieden voor deze koloniale wandaad. De tweede kan helpen om deze koloniale wond te helen door de naam ’s Lands Hospitaal, die nog stamt uit de tijd van voor de onafhankelijkheid, te vervangen door Louis Doedel Hospitaal, aldus de auteur.
SEOC voorzitter Nizaar Makdoembaks publiceert deze maand zijn nieuwste boek ‘Homovervolging in tijden van slavernij’. Lees er alles over bij Starnieuws en in de Ware Tijd:
De omslag vindt u op onze Publicaties pagina onder het kopje ‘Suriname’.
Op 5 december 2017 had in het Nationaal Archief Suriname de boekpresentatie plaats van de meest recente publicatie van SEOC voorzitter Makdoembaks.
Hieronder vindt u enkele video-impressies van die gebeurtenis.
Auteur Nizaar Makdoembaks geeft toelichting bij zijn nieuwste werk.
Het nieuwste boek van SEOC voorzitter Nizaar Makdoembaks gaat wederom over de Aprilmoorden: Killing Camp Suffisant, Brieven aan de Nederlandse regering rond een verhulde oorlogsmisdaad.
Dit jaar, op 20 april, is het 75 jaar geleden dat op Curaçao de zogeheten ‘Aprilmoorden’
plaatsvonden. Lees verder →