Voormalig Kamp Suffisant nu ‘Memorial Park 20 April 1942’

In 2016 plaatste de SEOC op het terrein van voormalig Kamp Suffisant een herdenkingsmonument voor de Aprilmoorden van 1942. Op 25 april 2022 ondertekenden de Curaçaose minister van Verkeer Vervoer en Ruimtelijke Planning, de heer ing. C Cooper Msc., en de minister van Onderwijs Wetenschap Cultuur en Sport, de heer S. van Heydoorn, en vertegenwoordigers van de SEOC, de heren Wim van Lamoen en Junness E. Sint Jago, een beheerovereenkomst voor deze historische locatie, die voortaan officieel Memorial Park 20 April 1942 heet en inmiddels ook als zodanig te vinden is via Google maps:

Renovatie Chinees verenigingsgebouw van Nederlands spijtgeld

Na de herdenking van de Aprilmoorden afgelopen 20 april werd bekend dat met de Nederlands spijtbetuiging een bedrag van 500.000 euro beschikbaar werd gesteld aan de Chinese vereniging op Curaçao. Het bedrag is bedoeld om de renovatie van het verenigingsgebouw aan de Concordiastraat te Scharloo te voltooien. De vereniging is al 13 jaar bezig om die renovatie te realiseren. Wat overblijft zal gaan naar hulpbehoevenden binnen de Chinese gemeenschap.

Lees het volledige verhaal door op de foto’s hieronder te klikken:

Het volledige AD artikel over de spijtbetuiging, de gift en de renovatie, 3 mei 2022.
Antilliaans Dagblad over het vervallen verenigingshuis op 2 augustus 2011.

SEOC kranslegging herdenking Aprilmoorden 2022

Terwijl men op Suffisant, plaatse delict, bezig was alles in gereedheid te brengen voor de officiële herdenking van de Aprilmoorden 2022 – dit jaar 80 jaar geleden! – legden SEOC voormannen Junnes Sint Jago (secretaris) en Wim van Lamoen (coördinator en woordvoerder) op de ochtend van 20 april 2022 een krans op de laatste rustplaats van de op 20 april 1942 doodgeschoten Chinese zeelieden: begraafplaats Kolebra Berde.

Programma Aprilmoorden herdenking 2022

Vandaag vindt van 16u00 tot 18u00 de Aprilmoorden Herdenking 2022 plaats te Suffisant, Willemstad. Tachtig jaar geleden voltrok zich het stakingsdrama waarbij minstens 15 Chinese zeelieden werden doodgeschoten en velen werden verwond. De CPIM (SHELL) en de koloniale autoriteiten waren verantwoordelijk, maar poogden de tragedie in de doofpot te stoppen. De stoffelijke resten van de slachtoffers werden anoniem begraven in een massagraf op begraafplaats Kolebra Berde. Pas meer dan 60 jaar later was de SEOC in staat deze mensen uit de anonimiteit te halen. Sindsdien wordt deze zwarte bladzijde jaarlijks herdacht, sinds 2012 met steun en medewerking van de Curaçaose overheid.

Het programma van vandaag ziet er als volgt uit:

Aprilmoorden 80 jaar – herdenking 20 april

Dit jaar is het 80 jaar geleden dat een staking van 400 Chinese zeelieden van de CPIM (SHELL) op Curaçao werd gebroken met bruut staatsgeweld dat tientallen gewonden en minstens 15 doden tot gevolg had. De Chinezen staakten voor betere beveiliging tegen het oorlogsgeweld op zee en een gelijke behandeling ten opzichte van zeelieden met andere nationaliteiten. Middenin WO II schoten de autoriteiten de CPIM te hulp met geladen geweren om de Chinese zeemannen – veelal stokers die het zwaarste werk aan boord deden en onmisbaar waren – weer aan het werk te krijgen. Werkwillenden moesten gescheiden worden van de aanjagers van de staking, desnoods met geweld. En zo geschiedde…

Kom naar de herdenking van deze historische tragedie, een zwarte bladzijde uit de koloniale WO II geschiedenis:

Suffisant schoongemaakt door gedetineerden voor 80 jaar Aprilmoorden

In het weekend van 9 april is het Aprilmoorden monument op de locatie Suffisant schoongemaakt door gedetineerden uit de SDKK (Sentro di Detenshon i Korekshon Korsou). Twee dagen zijn ze in de weer geweest om het gras te maaien, rommel op te ruimen en de locatie klaar te maken voor de aanstaande herdenking van de Aprilmoorden, dit jaar 80 jaar geleden. De krant Extra deed op 12 april verslag:

‘Medisch massa-experiment’ nieuw boek Makdoembaks

Onderzoeker en publicist Nizaar Makdoembaks onthult in een nieuwe studie alle details rond een pijnlijke en mensonwaardige episode in de Nederlandse koloniale geschiedenis. In 1911 experimenteerde men in Suriname zonder enige inspraak of nazorg met twijfelachtige medicatie op contractarbeiders.

Artsen introduceerden aan het begin van de twintigste eeuw een nieuwe behandeling van syfilis: met salvarsan. Een succes met schaduwkanten: artsen rapporteerden vrij snel ernstige bijwerkingen van arsenicumvergiftiging, weefselversterf, zenuw- en nierschade plus epilepsie en sterfte. Waar westerse wetenschappers vervolgens aan de slag gingen met de ontwikkeling van een veiliger versie van dit middel (neosalvarsan, dat in 1912 op de markt kwam) gingen artsen in Suriname enthousiast aan de slag met de schadelijke eerste versie.

In Suriname kwam yaws veel voor. Yaws of framboesia tropica is een endemische huidziekte die in Suriname tussen 1880 en 1920 vooral voorkwam onder de uit Brits-Indië en Java voor plantagearbeid aangevoerde contractarbeiders. Ernstig is yaws niet: de symptomen verdwijnen vanzelf binnen enkele weken, ook zonder behandeling. De koloniale bewindvoerders dachten daar anders over: ieder gemiste werkdag van een contractarbeider kostte geld. Hun inzet was cruciaal voor de plantages in Suriname.

Men gaf opdracht tot enkele medische experimenten. In januari en maart 1911 kregen twintig patiënten met yaws in het Militair Hospitaal experimentele inspuitingen met salvarsan toegediend. Hierna spoten artsen in mei 1911 honderden machteloze, analfabete Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders met yaws in met dit achterhaalde medicijn. Met onnodige, ernstige en soms dodelijke gevolgen.

Dit alles gebeurde zonder betrouwbare informatie en inspraak, wat in flagrante tegenspraak is met destijds al gangbare medisch-ethische artsennormen. Nazorg voor de Surinaamse patiënten ontbrak ook geheel: niemand tekende derhalve informatie op over het effect en eventuele bijwerkingen op de lange termijn. Deze ronduit schandalige gang van zaken is een zoveelste bewijs van de pure minachting die men in de koloniën koesterde jegens contactarbeiders. De studie van Makdoembaks, een blijvende, zwerende voetnoot in de geschiedenis, is via deze website gratis te downloaden.

‘Racisme in de Bijlmer’, nieuw boek Makdoembaks

Hoe ver is men van overheidswege bereid te gaan, om een activistisch voorvechter van rechten van zwarte mensen in Nederland de mond te snoeren?
Onlangs stuurde Nizaar Makdoembaks zijn laatste boek, ‘Racisme in de Bijlmer – Een huisarts strijdt tegen onrecht en racisme‘ naar alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer.

Makdoembaks heeft sterke aanwijzingen dat hij bij zijn strijd tegen racisme in de Bijlmer van staatswege is tegengewerkt met inzet van iemand uit zijn inner circle. De auteur is zich terdege bewust van het feit dat hij als Nederlands burger alleen nooit in staat zal zijn de onderste steen boven te krijgen. Het is daarom dat hij de fractievoorzitters heeft verzocht kennis te nemen van zijn laatste werk en parlementaire actie te ondernemen. Alleen zo kan de waarheid boven tafel komen en kunnen we tegelijk meer inzicht krijgen in de diepgang van het ‘systemisch racisme’ dat premier Rutte in de samenleving signaleerde.

——————————————————–

‘Racisme in de Bijlmer – een huisarts strijdt tegen onrecht en racisme
Racisme is hét thema van deze tijd. Aangezwengeld door de Black Lives Matter-beweging ontstond een wereldwijde golf van aandacht voor dit thema. Waar het eerst decennialang onbesproken en veelal zelfs ontkend werd, zeker ook in Nederland en zeker ook in een wijk als de Bijlmer, waar racisme al sinds de begindagen onlosmakelijk mee verbonden is.


DOWNLOAD HET BOEK
VIA DE PUBLICATIES PAGINA

Zo bleek in 2020 dat Bijlmerbewoners in de covid-19-pandemie een significant hogere besmettings- en sterftekans hadden. Dat feit gaat terug naar wat Makdoembaks in dit boek het woningisolatiesyndroom noemt: een heel scala aan huid- en luchtwegenaandoeningen dat de kop op stak nadat men in de jaren tachtig de Bijlmerwoningen hermetisch isoleerde, maar geen werk maakte van behoorlijke ventilatie of voorlichting daarover.

            Racisme speelde hierbij een onmiskenbare rol, zo stelt Makdoembaks vast. En wel op twee manieren: uit racistische overwegingen vond men het niet nodig meer tijd en energie in de gezondheid van Bijlmerbewoners te steken, en om de gevolgen daarvan te bagatelliseren tuigde men een racistisch ‘het ligt aan de cultuur/leefgewoonten’-discours op.

            In dit boek etaleert Makdoembaks veel meer navrante gevolgen van racisme in de Bijlmer aan het eind van de vorige eeuw. Destijds typeerde een politiecommissaris de Bijlmer als ‘een stortplaats van menselijk afval’. De gevolgen: verhoogde babysterfte en ondermaatse zorg voor zwangere vrouwen; gebrekkige medische zorg voor illegalen uit de Bijlmer, zowel voor volwassenen als baby’s en zelfs als er sprake was van acute medische noodzaak; geen specialistische zorg voor de vele kinderen met psychisch lijden, waaruit ook de drillrappers voortkomen die elkaar anno 2021 naar het leven staan.

            Makdoembaks vertelt dit alles vanuit een bijzondere positie: zijn eigen ervaringen als huisarts in de Bijlmer. Als huisarts stond hij aan de frontlijn van het maatschappelijk onrecht, alsmaar vechtend tegen de gemakzucht, het wegkijken, de tegenwerking door officiële instanties en instellingen en ook tegen het soms onverholen racisme van collega’s. Totdat men hem het onmogelijk maakte dit vak nog langer uit te oefenen.

            Hoe dat kon gebeuren, schetst hij in een dramatisch slothoofdstuk, waarin hij de rol van zijn goede vriend mr. drs. André Haakmat belicht. Haakmat bleek over dubbele agenda’s te beschikken. Hij stond zijn vriend Makdoembaks als advocaat weliswaar formeel terzijde, maar kreeg als ‘inlichtingenman’ van de overheid waarschijnlijk de opdracht hem te dwarsbomen en waar mogelijk monddood te maken.

Nizaar Makdoembaks is een voormalige huisarts. Hij publiceerde eerder meer dan vijftien studies over de geschiedenis van de voormalige Nederlandse koloniën en is voorzitter van de SEOC,

Suzy Camelia-Römer over eerherstel Tula

In de Week van de Cultuur op Curaçao, de Siman di Kultura, gaf oud-premier van de Nederlandse Antillen, Suzy Camelia-Römer op 3 oktober 2021 een presentatie over de Tula, de Curaçaose verzetsheld uit de slavernijtijd. Zij bepleitte daarin hartstochtelijk de noodzaak tot eerherstel voor Tula en excuses voor de slavernij. Een pdf van haar presentatie is hier te downloaden (klik op de foto van het Tula monument):

In 2015 publiceerde de SEOC een heruitgave van het bekende boek van L. de Palm over de slavenopstand die Tula leidde in 1795: “E lantamentu die 1795” Datos oral (Curaçao 1995). Een pdf van deze uitgave is op de publicaties pagina te downloaden (in lage resolutie).