Na de boekpresentaties van Polaks slavernijverleden en Beekes genitaal verminkte Sophia en Coffij Makka Makka en het verzet van de Kwinti in Suriname de afgelopen weken besteedde de krant De Ware Tijd uitgebreid aandacht aan de laatste pennenvruchten van auteur en onderzoeker Makdoembaks (klik op de afbeelding voor groter formaat).
Begin 2021 droeg auteur en onderzoeker Nizaar Makdoembaks zijn steentje bij aan de rehabilitatie van Anton de Kom. Hij publiceerde toen de originele, door de familie destijds geautoriseerde uitgaves van De Koms manuscripten Strijden ga ik en Wij Slaven van Suriname zoals in 1969 gestencild en verspreid door de SSU-studenten.
Nu, vanaf 10 november 2023 tot en met 7 juli 2024 vertelt de Surinaamse Studenten Unie middels en tentoonstelling in Museum De Lakenhal het voor velen nog onbekende verhaal van de roofdruk die ze destijds van De Koms werk maakten, om om de gevolgen van het Nederlandse kolonialisme in Suriname beter zichtbaar en bespreekbaar te maken. In de tentoonstelling zijn historische objecten en een documentaire van filmmaker Emma Lesuis te zien, waarin oud-leden van de Surinaamse Studenten Unie aan het woord komen. Kunstenaar Hedy Tjin maakt speciaal voor deze tentoonstelling kleurrijke wandschilderingen van prominente figuren uit deze geschiedenis.
De tentoonstelling Strijden ga ik – Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie is een samenwerking met de Surinaamse Studenten Unie en de Universitaire Bibliotheken Leiden en kwam tot stand dankzij het onderzoek van Henna Goudzand Nahar naar de Surinaamse Studenten Unie en de roofdrukken.
Op 11 oktober presenteerde auteur Nizaar Makdoembaks zijn laatste werk, een uitgebreide studie naar de achttiende-eeuwse geschiedenis van de kleinste marrongroep van Suriname, de Kwinti. Hieronder het nieuwsbericht op televisie, een radio-interview met dat auteur in het programma Magic Café en een kleine beeldimpressie. Tevens waren het boek en Makdoembaks te zien in een interview door Apintie Radio en Televisie.
De geplande presentatie van het het boek Coffij Makka Makka en het verzet van de Kwinti is om technische redenen verschoven naar 11 OKTOBER en een andere locatie: AMOS ZWEMBADTERRAS Floraproject Paramaribo-Zuid, poort-ingang Mattonshooplaan. De tijden van inloop (17.30u) en aanvang (18.00u) blijven ongewijzigd.
Op 2 september 2023 overhandigde historicus Mildred Caprino twee exemplaren van het laatst verschenen boek van Nizaar Makdoembaks – Coffij Makka Makka en de het verzet van de Kwinti – aan de huidige granman van de Kwinti, Remon Clemens. Eerder al had Clemens aan Makdoembaks laten weten hem zeer dankbaar te zijn voor de uitgebreide studie over de achttiende-eeuwse geschiedenis van de Kwinti. Er bestaan verschillende versies van de ontstaansgeschiedenis van de Kwinti marrons. De studie van Makdoembaks vormt een belangrijke stap op weg naar meer duidelijkheid hierover, als ook een bron voor detailinformatie over het leven en de stelselmatige vervolging van de Kwinti.
Granman Remon Clemens neemt twee exemplaren van het boek over het leven en verzet van de Kwinti in ontvangst uit handen van historicus Mildred Caprino (foto: dochter van Clemens).
In tijden van slavernij zijn er altijd mensen die hieraan willen ontkomen. Ze vluchten en duiken onder om in vrijheid te kunnen leven. Zo ook in Suriname, waar het gouvernement zich ten doel stelde deze onderduikers met verdeel-en-heers tactieken en structurele vervolging ‘geheel uijt te roejen’. Het kleine en standvastige onderduikersvolk van de Kwinti verzette zich bijna een eeuw lang tegen deze meedogenloze jacht.
In een nieuwe publicatie over de slavernij belicht Makdoembaks de vroege geschiedenis van de Kwinti marrons, die tot op heden weinig is beschreven. In achttiende-eeuwse bronnen werden zij Makka Makka’s genoemd, later Coffij Makka Makka’s. Dit laatste naar een van hun grote leiders, de in de jungle geboren Coffij. Keer op keer wist Coffij met de zijnen de aanvallen van onder meer de roemruchte koloniale commandant Friderici, inheemsen en de Zwarte Jagers te pareren. Dit boek bevat dan ook een schrikbarende hoeveelheid vervolgingsdocumenten. Toch ligt in die stukken over uitroeiing, vernietiging en een niet aflatende angst voor vergelding ook een schat aan details besloten over het leven van de vroege Kwinti, hun religie en hun cultuur.
Frappant aan deze groep onderduikers is dat zij van meet af aan probeerden vreedzame, zelfvoorzienende gemeenschappen op te bouwen, weg van het oog van de koloniale overheersers. Ze wilden in volwaardige nederzettingen een onbekommerd landbouw- en visserijbestaan opbouwen. In zichzelf vormden de Kwinti geen bedreiging. Het koloniale bewind van Suriname zag dat anders en lokte met geweld alleen maar meer geweld uit, zonder ooit in haar opzet te slagen. Als verzetsleider die de Kwinti voor uitroeiing wist te behoeden verdient Coffij een plek tussen zijn beroemde lotgenoten Boni, Baron en Jolicoeur. Anno 2023 vormen de Kwinti nog altijd een kleine, belangrijke bevolkingsgroep in Boven-Coppename, onder leiding van granman Remon Clemens.
De publicatie van Makdoembaks is via deze website gratis te downloaden.
Onderzoek van publicist Nizaar Makdoembaks naar zijn geboortestreek in Suriname leidde tot een omvangrijk slavernijdossier rondom het Pad van Wanica. Vanuit mishandeling en de staalharde focus op economisch gewin laat de auteur in deze nieuwe publicatie zien waarom het de koloniale overheerser maar niet lukte een minder inhumaan gezicht te krijgen.
Hoofdonderwerp van het boek is een rechtszaak uit 1777 tegen de plantagebeheerder Hermanus Beeke. Beeke mishandelde het slaafgemaakte meisje Sophia dat hij in eigendom had zo gruwelijk dat zij stierf aan de gevolgen daarvan. Zelfs in het koloniale Suriname uit de slavernijtijd, waar wreedheid tegen slaafgemaakten in de wet verankerd lag, baarde de genitale verminking van het meisje opzien.
Het dossier Beeke toont in alle helderheid de onoverbrugbare afstand tussen de nobele woorden en voornemens in uitgevaardigde decreten en resoluties en de mensonterende dagelijkse realiteit op de plantages. Een afstand die plantagebeheerders en -eigenaren in stand hielden met als enige doel goed geld te blijven verdienen, koste wat het kost. Een ander sprekend voorbeeld hiervan is Ephraim Jacobs Polak. Hij diende al een half jaar voor de moord op Sophia een klacht tegen Beeke in wegens mishandeling van een slaafgemaakte vrouw die hijzelf in eigendom had. Hoewel hij zelf bepaald niet de handen in onschuld kon wassen. Dit blijkt onder andere uit de strijd die Polak aan het Pad van Wanica voerde tegen daar actieve onderduikers die van de plantages waren weggevlucht.
Aan al dit archiefonderzoek verbindt de auteur als conclusie dat het nazaten en Nederland zou sieren een substantiële bijdrage te leveren aan de huidige gezondheidszorg in Suriname. Als passend sluitstuk bij de betrokkenheid van onze voorouders bij de slavernijgeschiedenis, waar de Nederlandse staat in 2022 excuses voor aanbood.
U kunt een LowRes bestand van deze publicatie inzien via onze pagina Publicaties downloaden. Een bijdrage voor het onderzoek e/o productiekosten wordt op prijs gesteld, zie de donatie optie aldaar.
Nizaar Makdoembaks is een voormalige huisarts. Hij publiceerde meer dan vijfentwintig studies, over de geschiedenis van de voormalige Nederlandse koloniën en over de gezondheidszorg in Nederland.
Voor de herdenking van de Aprilmoorden is in 2023 gekozen voor een ingetogen ceremonie zonder publiek. Op begraafplaats Kolebra Berde legden betrokkenen, de overheid en SEOC functionarissen afgelopen 20 april een krans ter nagedachtenis van de in april 1942 vermoorde Chinese stokers.
De kransleggers van links naar rechts: de heer A. Song Fong Moo (representant Chinese gemeenschap), Junness Sint Jago (SEOC secretaris), minister mr. Ornelio Martina (Ministerie van Bestuur, Planning & Dienstverlening), mevrouw Lizette Sambo-Velder (hoofd afdeling Cultuur, Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport) en Wim van Lamoen (SEOC adviseur)SEOC secretaris Junness Sint Jago legde een krans namens de stichting.Mevrouw Lizette Sambo-Velder legde samen met minister mr. Ornelio Martina een krans namens de Curaçaose overheid.De heer A. Song Fong Moo (geblokt overhemd) legde een krans als representant van de Chinese gemeenschap op Curaçao.Naderhand plaatste de minister de kranslegging op zijn Facebook pagina.