Slavernij tweeluik Makdoembaks compleet met ‘Coffij Makka Makka en het verzet van de Kwinti’

In tijden van slavernij zijn er altijd mensen die hieraan willen ontkomen. Ze vluchten en duiken onder om in vrijheid te kunnen leven. Zo ook in Suriname, waar het gouvernement zich ten doel stelde deze onderduikers met verdeel-en-heers tactieken en structurele vervolging ‘geheel uijt te roejen’. Het kleine en standvastige onderduikersvolk van de Kwinti verzette zich bijna een eeuw lang tegen deze meedogenloze jacht.

In een nieuwe publicatie over de slavernij belicht Makdoembaks de vroege geschiedenis van de Kwinti marrons, die tot op heden weinig is beschreven. In achttiende-eeuwse bronnen werden zij Makka Makka’s genoemd, later Coffij Makka Makka’s. Dit laatste naar een van hun grote leiders, de in de jungle geboren Coffij. Keer op keer wist Coffij met de zijnen de aanvallen van onder meer de roemruchte koloniale commandant Friderici, inheemsen en de Zwarte Jagers te pareren. Dit boek bevat dan ook een schrikbarende hoeveelheid vervolgingsdocumenten. Toch ligt in die stukken over uitroeiing, vernietiging en een niet aflatende angst voor vergelding ook een schat aan details besloten over het leven van de vroege Kwinti, hun religie en hun cultuur.

Frappant aan deze groep onderduikers is dat zij van meet af aan probeerden vreedzame, zelfvoorzienende gemeenschappen op te bouwen, weg van het oog van de koloniale overheersers. Ze wilden in volwaardige nederzettingen een onbekommerd landbouw- en visserijbestaan opbouwen. In zichzelf vormden de Kwinti geen bedreiging. Het koloniale bewind van Suriname zag dat anders en lokte met geweld alleen maar meer geweld uit, zonder ooit in haar opzet te slagen. Als verzetsleider die de Kwinti voor uitroeiing wist te behoeden verdient Coffij een plek tussen zijn beroemde lotgenoten Boni, Baron en Jolicoeur. Anno 2023 vormen de Kwinti nog altijd een kleine, belangrijke bevolkingsgroep in Boven-Coppename, onder leiding van granman Remon Clemens.

De publicatie van Makdoembaks is via deze website gratis te downloaden.

Aprilmoorden – ingetogen herdenking 2023

Voor de herdenking van de Aprilmoorden is in 2023 gekozen voor een ingetogen ceremonie zonder publiek. Op begraafplaats Kolebra Berde legden betrokkenen, de overheid en SEOC functionarissen afgelopen 20 april een krans ter nagedachtenis van de in april 1942 vermoorde Chinese stokers.

De kransleggers van links naar rechts: de heer A. Song Fong Moo (representant Chinese gemeenschap), Junness Sint Jago (SEOC secretaris), minister mr. Ornelio Martina (Ministerie van Bestuur, Planning & Dienstverlening), mevrouw Lizette Sambo-Velder (hoofd afdeling Cultuur, Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport) en Wim van Lamoen (SEOC adviseur)
SEOC secretaris Junness Sint Jago legde een krans namens de stichting.
Mevrouw Lizette Sambo-Velder legde samen met minister mr. Ornelio Martina een krans namens de Curaçaose overheid.
De heer A. Song Fong Moo (geblokt overhemd) legde een krans als representant van de Chinese gemeenschap op Curaçao.
Naderhand plaatste de minister de kranslegging op zijn Facebook pagina.

Suzy Camelia-Römer over eerherstel Tula

In de Week van de Cultuur op Curaçao, de Siman di Kultura, gaf oud-premier van de Nederlandse Antillen, Suzy Camelia-Römer op 3 oktober 2021 een presentatie over de Tula, de Curaçaose verzetsheld uit de slavernijtijd. Zij bepleitte daarin hartstochtelijk de noodzaak tot eerherstel voor Tula en excuses voor de slavernij. Een pdf van haar presentatie is hier te downloaden (klik op de foto van het Tula monument):

In 2015 publiceerde de SEOC een heruitgave van het bekende boek van L. de Palm over de slavenopstand die Tula leidde in 1795: “E lantamentu die 1795” Datos oral (Curaçao 1995). Een pdf van deze uitgave is op de publicaties pagina te downloaden (in lage resolutie).