Het nieuwste boek van SEOC voorzitter Nizaar Makdoembaks gaat wederom over de Aprilmoorden: Killing Camp Suffisant, Brieven aan de Nederlandse regering rond een verhulde oorlogsmisdaad.
Dit jaar, op 20 april, is het 75 jaar geleden dat op Curaçao de zogeheten ‘Aprilmoorden’
plaatsvonden. Het betreft hier een misdaad van de Nederlandse staat jegens Chinese
zeelieden werkzaam in de geallieerde olie-industrie. In het kader van de officiële
herdenking is het boek Killing Camp Suffisant gepubliceerd. Op 18 april 2017 wordt dit
gepresenteerd bij het National Archaeological Anthropological Memory Management
(NAAM) te Willemstad. In het boek beschrijft auteur Nizaar Makdoembaks de
correspondentie tussen de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao (SEOC),
waarvan hij ook voorzitter is, en de Nederlandse staat, aangaande erkenning van de
Aprilmoorden als oorlogsmisdaad.
Op 21 april 1942 zond de gouverneur van Curaçao, Gielliam Wouters, een telegram
naar de Nederlandse regering in Londen over een schietpartij op kamp Suffisant de dag
daarvoor. In het kamp waren meer dan 400 Chinese zeelieden van de Curaçaosche
Petroleum Industrie Maatschappij (CPIM, later Shell) geïnterneerd. Zij staakten voor
betere beveiliging tegen het oorlogsgeweld op zee en arbeidsvoorwaarden gelijk aan die
van Nederlandse zeelieden. Op 20 april 1942 poogden de autoriteiten met geweld
stakers te scheiden van werkwilligen. Dit mondde uit in een bloedbad waarbij ter plekke
12 doden vielen en meer dan 40 gewonden. Nog voor enig onderzoek gedaan was
meldde Wouters in zijn telegram dat het de Chinezen waren die als eerste geweld
gebruikten en dat zijn gezagsdragers uit noodweer handelden.
Deze visie wordt na 75 jaar nog steeds onderschreven door de Nederlandse staat, bij
monde van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ronald Plasterk.
Die baseert zich op het ambtsedig proces-verbaal dat op 29 april 1942 door een politie-inspecteur, die zelf bij de schietpartij betrokken was, werd opgesteld. De SEOC doet al jaren onderzoek naar deze zaak en heeft vele andere documenten gevonden die de
visie van de Nederlandse staat niet langer houdbaar maken: er is disproportioneel
geweld gebruikt en de daders en hun meerderen kunnen daarvoor wel degelijk
verantwoordelijk worden gehouden.
In Killing Camp Suffisant presenteert Makdoembaks de laatste onderzoeksresultaten en
de briefwisseling tussen de SEOC en minister Plasterk. Hij voert de bewijzen op voor
bovenstaande stelling en toont hoe Nederland deze tragedie al in 1942 in de doofpot
stopte, met als gevolg dat anno 2017 nog steeds niet de onderste steen boven is.